Boeiende artikels, blogs, links
naar de actualiteit of andere
inspiratiebronnen.
Bestaat burn-out? Ja. Komt het syndroom steeds vaker voor? Ja. Is het ingrijpend voor de werknemer? Ja. Is alleen de werkgever verantwoordelijk? Nee. Stop dus met hem te culpabiliseren. Plaats iedereen voor zijn verantwoordelijkheid.
Door Wim Van Rompuy.
Het aantal psychisch zieken is in tien jaar tijd bijna verdubbeld en burn-out neemt een groot stuk voor zijn rekening (De Tijd, 21 juni). Burn-out gaat dezelfde kant op als The Greatest Show on Earth: P.T. Barnum werd berucht door het opbod van superlatieven voor zijn circus. De mantra ‘uw werk maakt u kapot, uw werkgever moet het oplossen’ heerst. Ziezo, de kous is af, de zondebok gevonden, de zwartepiet doorgeschoven.
Helaas zijn er drie, intens verweven, burn-outrisicofactoren: werk, privésituatie en persoonlijkheid. Niet alleen werk, de enige factor waarop een werkgever vat heeft. Hoog tijd dus om over te stappen van de eenzijdige culpabilisering van de werkgever naar de collectieve responsabilisering van alle betrokken partijen.
Natuurlijk zeg ik ja tegen de verdere responsabilisering van mij als werkgever. Maar alleen als er evenveel inspanningen gevraagd worden van alle betrokken partijen.
Ja, burn-out is per definitie verbonden met het werk. Alle werkgevers erkennen dat ze een belangrijke verantwoordelijkheid dragen. Ze remediëren proactief met preventieprogramma’s en empowerment, gecoachte zelfevaluatie en rechtstreekse positieve feedback. Kunnen ze nog meer doen? Ongetwijfeld. Maar wat doen de andere partijen intussen?
De vakbonden spartelen als een duivel in een wijwatervat bij flexibilisering van de arbeidstijd. ‘Ja, als de werknemer mag kiezen. Nee, als de werkgever extra werkuren vraagt wanneer de bedrijfsnood hoog is.’ Het bekende populistische lusten-zonder-lastenverhaal.
Hoe beslagen is de huisarts bij wie een burn-outpatiënt aanklopt? Hoe stelt hij eigenlijk zijn diagnose? Want de Maslach Burnout Inventory-test en zijn afgeleiden worden nauwelijks gebruikt. Welk meetinstrument dan wel?
Het burn-outsyndroom is een diagnostisch wespennest. Waarom eist het Riziv niet de voorafgaande opinie van een geneesheer-specialist of een psycholoog met burn-outexpertise voor de werknemer maandenlang wordt ‘thuis geschreven’? Zeker omdat experts pleiten voor een vrij snelle, trapsgewijze re-integratie. Toch bleven burn-outpatiënten in 2015 bijna dubbel zo lang thuis als in 2012.
Bedrijfsrealiteit
Hoe goed bereidt het hoger onderwijs studenten voor op de realiteit van het bedrijfsleven? Goedbedoelde programma’s als vangnet voor onfortuinlijke studenten zijn ontspoord. De opsplitsing van jaarprogramma’s over semesters en cycli en het eindeloos ‘meenemen’ van vakken staan mijlenver van de bedrijfsrealiteit. Daar slaan deadlines de maat, anders ontsporen projecten. Maar hoe spreek je als starter je draagkracht bij stress en deadlines aan als die onvoldoende werden aangekweekt?
Aan burn-outpeilingen door onderzoekers is er geen gebrek. Met recent als beschamend dieptepunt: de (verslaggeving van een) peiling door universiteiten. Alle Vlaamse media kopten: ‘Helft Vlamingen verwacht burn-out’, en: ‘Van de werknemers die na een burn-out weer voltijds aan de slag zijn gegaan, verwacht 76 procent opnieuw opgebrand te geraken.’ Bah, tendentieuze vragen en schoolvoorbeelden van selffulfilling prophecy’s. Doemdenken met burn-out als onontkoombaar resultaat van je job.
Akkoord, de economie slaat soms op hol. Maar bezondigen wij ons daaraan ook niet in ons privéleven?
In de media is er burn-outberichtgeving te kust en te keur. En het is prima dat een maatschappelijk probleem wordt benoemd - maar dan wel in al zijn facetten, alstublieft. Wat zijn de dríé burn-outoorzaken en hoe pak je elk van die drie aan? En ook: wat is burn-out níét? De geschiedenis herhaalt zich na de depressiehype. Drommen patiënten dienden zich toen aan met een dipje, maar kregen de stempel ‘depressie’ - en een antidepressivum. Wie ooit door een ‘echte’ majeure depressie ging, krijgt een wrange smaak in de mond. Vast dezelfde smaak als de burn-outpatiënt die in zak en as zit, maar stresssymptomen vlot opgewaardeerd ziet tot burn-out.
Op twee burn-outrisicofactoren heeft alleen de werknemer vat. Waarom wordt aan persoonlijkheid en privésituatie niet evenredig aandacht besteed? Akkoord, de economie slaat soms op hol. Maar bezondigen wij ons daaraan ook niet in ons privéleven? We móéten een grotere auto dan de buur, vaker vakantie dan de collega’s, hipper uit eten dan de familie. Om elke ‘verwezenlijking’ te posten op sociale media - fora van fake halfgoden die we nooit evenaren. We hebben het gevoel dat we continu tekortschieten, omdat we meer ‘moeten’ dan we ooit kunnen. En verhogen die druk met flikkerende pushberichten en chatkanalen. Socialemediaburn-out.
Sociale media vreten aan de tijd om met collega’s over problemen te praten - essentieel bij burn-outpreventie. Hoeveel wordt er nog echt gepraat in een bedrijf? Je botst tijdens pauzes op een muur van over smartphones gebogen schouders, zoekend naar de waan van de dag. Schouders die zeggen: ‘Mijn onlinedrug vind ik belangrijker dan jouw verhaal.’
Wordt het werk mij soms te veel? Dan schort ik mijn socialemedia-accounts tijdelijk op. Het gevolg: ontwenningsverschijnselen, gevolgd door... rust in mijn hoofd
Wordt het werk mij soms te veel? Dan schort ik mijn socialemedia-accounts tijdelijk op. Het gevolg: ontwenningsverschijnselen, gevolgd door... rust in mijn hoofd. Ik moet niets meer, maar mag. Zo neem ik als werkgever eerst mijn deelverantwoordelijkheid, voor ik de schuld van een mogelijke burn-out bij mijn werknemers leg. Keer nu de woorden ‘werknemer’ en ‘werkgever’ in de vorige zinnen eens om.
Pervers effect
Het eendimensionale mediatiseren van burn-out met de werkgever als verantwoordelijke, werkt averechts. Zolang hij als enige ‘schuld’ draagt, voelt de werknemer zich ontlast van het nemen van zijn deelverantwoordelijkheid in zijn privéleven. En denken werkgevers twee keer na bij de aanwerving van wie zich uit een burn-out worstelde. Een pervers effect.
Natuurlijk zeg ik ja tegen de verdere responsabilisering van mij als werkgever: dat komt mijn werknemers en mijzelf ten goede. Maar alleen als er minstens evenveel aandacht gaat naar, en inspanningen gevraagd worden van alle betrokken partijen - media, sociale media, artsen, Riziv, onderzoekers, vakbonden, onderwijs en werknemers. Samen uit, samen thuis